Home » Hypotheekvorm » Geldverstrekkers » Rente vergelijken » Rentevaste periode kiezen
Welke rentevaste periode kiezen?
Is het beter om de rente kort of lang vast te zetten? Meestal geldt: hoe korter de rentevaste periode, hoe lager de rente, hoe langer je de rente vastzet, hoe hoger de rente.
Hoe korter de rentevaste periode van de hypotheek, hoe sneller eventuele renteverhogingen invloed hebben op de hypotheeklasten. Belangrijk is of je de maandelijkse lasten ook nog kan betalen als de rente met bijvoorbeeld 1% of 2% stijgt.
Rentevastperiode en renterisico
Rente 30 jaar vast, géén renterisico
Als je de rente 30 jaar vastzet of als je de hypotheekrente gedurende hele looptijd van de hypotheek vastzet dan loop je géén renterisico. De bruto maandlasten blijven de hele looptijd van de hypotheek gelijk.
Nadelen lange rentevaste periode
Een nadeel is dat de hypotheekrente bij een lange rentevaste periode hoger is dan bij een korte periode. Hierdoor heb je hogere maandlasten (zekerheid kost geld).
Rente 20 tot 30 jaar vast, zéér beperkt renterisico
Je zet de rente 20 tot 30 jaar vast; pas na 20 jaar kan de rente voor het eerst wijzigen.
Bij een annuïteitenhypotheek is na 20 jaar ± 64% afgelost. Hierdoor heeft een rentestijging beperkte invloed op de maandlasten.
Rente 15 tot 20 jaar vast, beperkt renterisico
Je zet de rente 15 tot 20 jaar vast; pas na 15 jaar kan de rente voor het eerst wijzigen.
Bij een annuïteitenhypotheek is na 15 jaar ± 46% afgelost. Hierdoor heeft een rentestijging minder invloed heeft op de maandlasten.
Rente 10 tot 15 jaar vast, beduidend renterisico
Je zet de rente 10 tot 15 jaar vast; na 10 jaar kan de rente voor het eerst wijzigen.
Bij een annuïteitenhypotheek is na 10 jaar ± 30% afgelost. Hierdoor heeft een rentestijging significante invloed heeft op de maandlasten.
Rente 5 tot 10 jaar vast, groot renterisico
Je zet de rente 5 tot 10 jaar vast; na 5 jaar kan de rente voor het eerst wijzigen.
Bij een annuïteitenhypotheek is na 5 jaar pas een klein gedeelte van de hypotheek afgelost (± 16%). Hierdoor kan een rentestijging grote invloed hebben op de maandlasten.
Rente 1 tot 5 jaar vast, zéér groot renterisico
Je zet de rente 1 tot 5 jaar vast; na 1 jaar kan de rente voor het eerst wijzigen.
Bij een annuïteitenhypotheek is na 1 jaar pas een zeer klein gedeelte van de hypotheek afgelost (± 5%). Hierdoor kan een rentestijging zeer grote invloed hebben op de maandlasten.
Variabele rente, continu renterisico
- Variabele rente; elke maand wordt de rente opnieuw vastgesteld;
- Bij een hoge lening ben je extra gevoelig voor rentestijgingen;
- Maandlasten kunnen zeer snel stijgen (en dalen).
Risicospreiding. Lening opdelen in meerdere rentevaste periodes.
Je mag de hypotheek splitsen meerdere hypotheekdelen. Per deel kan worden gekozen voor een andere rentevaste periode. Je bent daardoor minder afhankelijk van het aflopen van een periode op één moment. Je spreid dan het renterisico.
Voorbeelden van rentemix
Laag risico | gemiddeld risico | Hoog risico |
• rente 15 jaar vast • rente 20 jaar vast • rente 30 jaar vast |
• rente 10 jaar vast • rente 15 jaar vast • rente 20 jaar vast |
• rente variabel • rente 5 jaar vast • rente 10 jaar vast • rente 15 jaar vast |
Wat is de beste rentevaste periode?
Er is geen beste periode. De toekomstige renteontwikkeling zal uitwijzen wat de beste keuze zou zijn geweest. Je kiest de looptijd die het beste bij jou past.
Voordelen rente vast zetten
Nadelen rente vast zetten
Historie hypotheekrente
Grafiek met de historie van de hypotheekrente vanaf 2000.
Hoe groot is het renterisico?
Houd rekening met rentestijgingen. De maandlasten stijgen door een verhoging van het rentepercentage. Zet je de rente kort vast dan kunnen renteverhogingen snel en groot effect hebben op de maandlasten.
Het renterisico van een aflossingsvrije hypotheek is groter dan van een annuïteitenhypotheek. Bij een lineaire hypotheek is de risico het kleinst omdat je sneller aflost.
Hypotheeksom 200.000,-
- Maandlasten ‘nu’ bij rente 3%
- Maandlasten bij rente 5% na rentestijging
- Rentestijging 2%
Annuïteitenhypotheek | |||
---|---|---|---|
Rentevaste periode | 20 jaar | 10 jaar | 5 jaar |
Bruto maandlast rente 3% | 843 | 843 | 843 |
Bruto maandlast rente 5% | 926 | 1.003 | 1.039 |
Stijging bruto p/mnd | 83 | 160 | 196 |
Aflosvrije hypotheek | |||
Rentevaste periode | 20 jaar | 10 jaar | 5 jaar |
Bruto maandlast rente 3% | 500 | 500 | 500 |
Bruto maandlast rente 5% | 833 | 833 | 833 |
Stijging bruto p/mnd | 333 | 333 | 333 |
Hypotheeksom 250.000,-
- Maandlasten ‘nu’ bij rente 3%
- Maandlasten bij rente 5% na rentestijging
- Rentestijging 2%
Annuïteitenhypotheek | |||
---|---|---|---|
Rentevaste periode | 20 jaar | 10 jaar | 5 jaar |
Bruto maandlast rente 3% | 1.054 | 1.054 | 1.054 |
Bruto maandlast rente 5% | 1.158 | 1.254 | 1.299 |
Stijging bruto p/mnd | 104 | 200 | 245 |
Aflosvrije hypotheek | |||
Rentevaste periode | 20 jaar | 10 jaar | 5 jaar |
Bruto maandlast rente 3% | 625 | 625 | 625 |
Bruto maandlast rente 5% | 1.042 | 1.042 | 1.042 |
Stijging bruto p/mnd | 417 | 417 | 417 |
Hypotheeksom 310.000,-
- Maandlasten ‘nu’ bij rente 3%
- Maandlasten bij rente 5% na rentestijging
- Rentestijging 2%
Annuïteitenhypotheek | |||
---|---|---|---|
Rentevaste periode | 20 jaar | 10 jaar | 5 jaar |
Bruto maandlast rente 3% | 1.306 | 1.306 | 1.306 |
Bruto maandlast rente 5% | 1.436 | 1.554 | 1.611 |
Stijging bruto p/mnd | 128 | 248 | 304 |
Aflosvrije hypotheek | |||
Rentevaste periode | 20 jaar | 10 jaar | 5 jaar |
Bruto maandlast rente 3% | 775 | 775 | 775 |
Bruto maandlast rente 5% | 1.291 | 1.291 | 1.291 |
Stijging bruto p/mnd | 516 | 516 | 516 |
Hypotheeksom 400.000,-
- Maandlasten ‘nu’ bij rente 3%
- Maandlasten bij rente 5% na rentestijging
- Rentestijging 2%
Annuïteitenhypotheek | |||
---|---|---|---|
Rentevaste periode | 20 jaar | 10 jaar | 5 jaar |
Bruto maandlast rente 3% | 1.686 | 1.686 | 1.686 |
Bruto maandlast rente 5% | 1.852 | 2.006 | 2.078 |
Stijging bruto p/mnd | 166 | 320 | 392 |
Aflosvrije hypotheek | |||
Rentevaste periode | 20 jaar | 10 jaar | 5 jaar |
Bruto maandlast rente 3% | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Bruto maandlast rente 5% | 1.667 | 1.667 | 1.667 |
Stijging bruto p/mnd | 667 | 667 | 667 |
Hypotheeksom 500.000,-
- Maandlasten ‘nu’ bij rente 3%
- Maandlasten bij rente 5% na rentestijging
- Rentestijging 2%
Annuïteitenhypotheek | |||
---|---|---|---|
Rentevaste periode | 20 jaar | 10 jaar | 5 jaar |
Bruto maandlast rente 3% | 2.108 | 2.108 | 2.108 |
Bruto maandlast rente 5% | 2.315 | 2.508 | 2.598 |
Stijging bruto p/mnd | 208 | 400 | 490 |
Aflosvrije hypotheek | |||
Rentevaste periode | 20 jaar | 10 jaar | 5 jaar |
Bruto maandlast rente 3% | 1.250 | 1.250 | 1.250 |
Bruto maandlast rente 5% | 2.083 | 2.083 | 2.083 |
Stijging bruto p/mnd | 833 | 833 | 833 |
Hypotheeksom 700.000,-
- Maandlasten ‘nu’ bij rente 3%
- Maandlasten bij rente 5% na rentestijging
- Rentestijging 2%
Annuïteitenhypotheek | |||
---|---|---|---|
Rentevaste periode | 20 jaar | 10 jaar | 5 jaar |
Bruto maandlast rente 3% | 2.951 | 2.951 | 2.951 |
Bruto maandlast rente 5% | 3.241 | 3.511 | 3.637 |
Stijging bruto p/mnd | 291 | 560 | 686 |
Aflosvrije hypotheek | |||
Rentevaste periode | 20 jaar | 10 jaar | 5 jaar |
Bruto maandlast rente 3% | 1.750 | 1.750 | 1.750 |
Bruto maandlast rente 5% | 2.917 | 2.917 | 2.917 |
Stijging bruto p/mnd | 1.167 | 1.167 | 1.167 |
Maximale hypotheek en rentevaste periode?
De maximaal verkrijgbare hypotheek is mede afhankelijk van de gekozen rentevaste periode en de hoogte van hypotheekrente.
Meer lenen bij een rentevaste periode vanaf 10 jaar
Zet je de rente vast voor 10 jaar of langer dan mag je meer lenen dan bij een kortere rentevaste periode (< 10 jaar).
Toetsrente 5% bij rentevaste periode < 10 jaar
Zet je de rente korter vast dan 10 jaar dan moeten geldverstrekkers de maximale hypotheek uitrekenen met een toetsrente van 5% (2020), in plaats van de werkelijke hypotheekrente die veel lager is. Het bedrag dat je maximaal kunt lenen wordt hierdoor veel lager.
Handige links naar andere websites
Maandlasten berekenen bij een rentestijging (Wijzeringeldzaken.nl)
Uitlegfilmpje rentemix van de ABN Amro (abnamro.nl)